Nog altijd Het Puttertje:
De vroege Bob Dylan stond op, meer dan volmaakt voor ergens in een smal straatje in de Village kort voor kerst met in donzige vlokken neerdwarrelende sneeuw – het soort winter waarin je met je arm om een meisje over straat wilt lopen, als op de platenhoes, want Pippa was precies dat meisje; hij had niet de knapste van allemaal gekozen om gelukkig mee te zijn, maar zo’n gewoon meisje, zo een zonder make-up, en eigenlijk was die foto op zijn manier het ideale geluk: zijn opgetrokken schouders plus haar wat verlegen glimlach, het open einde erin, alsof ze zomaar op weg gingen naar waar ze samen heen wilden en…
Het verhaal valt mij tegen, te ongeloofwaardig en te langdradig, maar het zijn dit soort zinnen, dit soort observaties waardoor ik toch door blijf lezen.